BOODSCHAPPEN VAN 1 T/M 15 DECEMBER

1 december
Het gebed stijgt ten hemel als wierook naar het gewelf van een kathedraal. Hoe vuriger en liefdevoller de wierook van het gebed is, hoe hoger de geurende krullen opstijgen, want ze zijn doordrongen van de vreugde die het hart verlicht. De Heer weegt de gebeden; Hij verwerpt het mechanisch lippengebed, maar is verrukt van lofzang en hartenkreten. Leg de liefde van je hart in het gebed. Als je God één enkel ogenblik kon zien, dan zou dat alleen door een gebed vanuit je hart kunnen zijn. Wanneer je zo bidt, bidden we allebei met ons hart tot het Hart van God.

2 december
Steek je handen niet uit om te ontvangen, maar om te geven. Je doet er goed aan, je broeders in Afrika of elders te ondersteunen. Ze zijn zo arm; en zo rijk als ze onder alle omstandigheden de Blijde Boodschap uitdragen. Je kent er verscheidene. Draag ze in je hart en je gebed; steun ze; "de arbeider is zijn loon waard" (Lc.10,7). De wijngaard van de Heer is groot, "maar arbeiders zijn er weinig". Wanneer je geeft, zie dan de vruchten. Geef in vreugde. Wat zijn ze arm, zij die sterven en een groot fortuin achterlaten, terwijl het delen met de armen hen verrijkt zou hebben! "Hij die aan de arme geeft, lijdt geen gebrek" (Spr.28,27).

3 december
Vergeet niet dat je geleid wordt. De Heilige Geest leidt je naar de groene velden; ik vergezel je op deze feestelijke weg, waar alles vernieuwd wordt. Geniet van elk moment, offer het aan de Heer. Jouw vreugde vermeerdert de Zijne. Het is een uitwisseling onder vrienden. Bij het laatste samenzijn met Zijn leerlingen heeft Jezus zijn discipelen vrienden genoemd! (Joh.15,15).

4 december
Je bent een bewoner van "Het nieuwe Jeruzalem dat van God uit de Hemel neerdaalde" (Apok.21,10). Het is in Jezus ontstaan. Het blijft schitteren in Gods glorie. Waardeer je echt het geluk er te wonen? Stel je een ogenblik voor, beroofd te zijn van het christelijk geloof? Hoe leeg zou je leven dan zijn! Zeg dikwijls 'dank u' tot de Hemel voor die Koninklijke gave, die je zelfs niet naar haar juiste waarde kunt schatten, zover gaat ze jou te boven. Ze is zuiver genade. Ze lijkt op de gave van een weelderig vruchtbare tuin; het volstaat hem te bewerken om voedsel te oogsten. Door het Evangelie te verbreiden, kun je het instrument zijn om die plantenrijke tuinen te vermenigvuldigen.

5 december
Je aanbidt "een jaloerse God" (Ex.20,5). Hij vraagt een onverdeelde aanhankelijkheid. Bemin allen die je lief hebt op aarde, in God. Zo zal je met de psalmist kunnen bidden: "Gij zijt mijn Heer, ik erken het, ik vind geen geluk buiten U" (Ps.16,2). Elk waarachtig geluk vindt zijn bron in God. Wat een vreugde dat geluk, jouw geluk, aan te kunnen bieden aan de Almachtige, de Al-Liefdevolle! Ik, je Engelbewaarder, samen met jou.

6 december
Verwijder zorgvuldig de stenen uit de tuin van je binnenste. Als het goddelijk zaad erop zou vallen, kon de zon het uitdrogen. De levendragende zaden moeten kunnen ontkiemen, en ze hebben goede aarde nodig. Je moet ervoor zorgen dat de aarde altijd gereed is voor het goddelijke zaad: het "leverde vrucht op: deels honderd-, deels zestig-, deels dertigvoudig" (Mt.13,8).

7 december
Een mens wordt vaak heen en weer geslingerd tussen "een goede gezindheid in een eenvoudig hart" en "kronkelige redeneringen" die zinnen op kwaad. Het eerste ontstaat in een lichaam waarin de genade woont, het tweede "in een lichaam dat zich aan de zonde heeft overgegeven" (Wijsh.1,1-4). Zoals de hovenier beducht is voor onkruid dat de tuin dreigt in te palmen en de oogst te verstikken, zo moet jij alle kronkelige gedachten uit je hart bannen. Verdrijf de Heilige Geest, Die in je woont, niet. (Wijsh.1,5). Hij is je Opvoeder. Laat je door Hem leiden. Hij doet het met zo veel liefde. Jouw welwillendheid doet Hem vurig "Abba" in je prevelen (Gal.4,6). Zoek altijd volkomenheid in Hem. Zo, en alléén zo, zul je een vrij wezen zijn, want "waar de Geest des Heren is, daar is vrijheid" (2 Kor.3,17). De Heilige geest woont in je, bedroef Hem nooit meer.

8 december
Vandaag vieren de Hemel en de verloste aarde de onbevlekte Woning, die waardig was Gods enige Zoon, op aarde gekomen om de mensen te verlossen, te ontvangen. "Gehuld in een mantel van heil" (Jes.61,10), is de nieuwe Eva, de Onbevlekte Ontvangenis, ook jouw oneindig minnende Moeder. Waar nodig spreekt Zij voor jou ten beste. Jubel van vreugde in de Heer. Vraag de genade, ten volle bewust te zijn zoveel schatten te bezitten. O, kon je maar zoals ik, haar schitterende schoonheid genadig aanschouwen!

9 december
Verwelkom Gods Wil, vol vreugde, als een onschatbare weldaad, die als vrucht heiligheid verleent. Zelfs al lijkt het een last, het zal een lichte last zijn. God maakt Zijn wil kenbaar door de gebeurtenissen heen, de omstandigheden en de episoden die samen je leven vlechten. Offer ze aan de Heer, zelfs als ze pijnlijk zijn. Ze reinigen jou; door ze op te dragen, heiligen ze jou. Maak van dit offer een gewoonte, die jouw vreugde zal worden, en je leven zal omvormen en doen stralen.

10 december
Om je hart als een kunstwerk te polijsten, moet je al het puin dat het werk ontsiert, verwijderen. Dat is mijn werk door de genade; het is ook het jouwe door je vrijheid. De brokstukken die je opruimt zijn alles wat egoïsme is, wrok, kwaadwilligheid, woede, en al die gedachten, handelingen en verlangens die niet bijdragen tot het goede en je zielenadel. Verwijder ze met een gevoel van vrijheid; roep mijn hulp in om erin te slagen. Beetje bij beetje krijgt het kunstwerk vorm en wordt jouw hart gelijkvormig aan dat van Jezus.

11 december
Er zijn mensen die goedheid uitstralen, mildheid en onschuld. Ze brengen zegen in je leven. Ze helpen jou te zuiveren en door hun contrast je eigen tekorten en gebreken te ontdekken. Hun deugd is aanstekelijk. Volg ze na. Je zal geduld, zachtheid en kracht verkrijgen.

12 december
"Er is voor ons maar één God, de Vader, uit Wie alles is ontstaan en voor Wie wij bestemd zijn" (1 Kor.8,6). Die God is je Vader, jij bent Zijn kind. Hij waakt dag en nacht over je. Hij kent je beter dan jij jezelf. Span je in, om Hem steeds waardiger te worden. Smeek Hem, zich te laten kennen door een steeds groter aantal zielen, totdat deze wereld brandt van liefde voor Hem, opdat in deze gloed Zijn oneindige majesteit van tederheid en barmhartigheid zichtbaar wordt.

13 december
Er zijn aangrijpende tranen en alle tranen zijn dat eigenlijk, maar toch kunnen ze tegelijk vreugdevol zijn, zoals die van Maria Magdalena bij het graf. Men ziet haar wenen en een ogenblik later breekt haar hart uit in vreugde. Ze keert zich om en ziet Jezus, maar herkent Hem pas wanneer Hij vol tederheid zegt: "Maria!" "Rabbouni!" (Joh.20,16) roept ze uit in eenzelfde opwelling van tederheid. Hij zendt haar om aan de discipelen te melden dat Hij verrezen is en opstijgt naar de Vader. Alle tranen zullen gedroogd worden. Geen enkele droefheid duurt eeuwig. De onzichtbare wereld waakt er over, zoals ik waak over jouw droefheid, en de vreugde in je hart doe herleven zoals ik de hinderpalen waarover je dreigt te struikelen, van je weg verwijder.

14 december
Is je geloof groot genoeg om aan een verlamde te zeggen: "In naam van Jezus Christus, sta op en ga", zoals Petrus aan de man die vanaf zijn geboorte verlamd was, bij de tempelpoort, die de Schone genoemd wordt? Hij zei het met de zekerheid verhoord te worden. En zie de wonderbaarlijk genezen man komt met een sprong overeind, loopt en springt van vreugde terwijl hij God verheerlijkt (Hand.3,1-10). Jezus heeft aan zijn discipelen voorzegd dat ze wonderen zullen verrichten. Daarvoor is een onvoorwaardelijk geloof nodig. Indien de wonderen zelden gebeuren, is dat omdat het geloof te klein is. Vermeerder je geloof en vraag wonderen aan de Heer. Je zult ze verkrijgen als je ze vraagt met absolute zekerheid verhoord te worden.

15 december
Troost de treurenden die in beproeving leven, met de psalmist: "Naar vromen die roepen luistert de Heer en redt hen uit iedere nood. De Heer is nabij voor berouwvolle harten. Hij helpt wie zijn schuld erkent" (Ps.34, 18-19). In de verslagenheid, de verlatenheid en het lijden staan de zielen het meest open voor vertroosting van boven. Christenen dienen toe te snellen als ze een verlatene zien; het is een open poort voor de bekering.