BOODSCHAPPEN VAN 16 T/M 31 MAART

16 maart
Overweeg de tederheid en goedheid van God. Geef je, zonder woorden, over aan de stilte van je ziel. Blijf daar heel eenvoudig in Zijn Aanwezigheid, vredig en onbeweeglijk. De Heilige Geest zelf spreekt dan voor jou ten beste "met onuitsprekelijke verzuchtingen" (Rom.8,26) die de beschouwing jou van lieverlede in hun eindeloze zoetheid zal laten ervaren. De beschouwing zal je hart goed doen.

17 maart
Bereid je hart voor om bij het naderen van de lente de schoonheid van de natuur te bewonderen die de hemelse Vader voor jouw ogen gaat ontplooien. Beleef die bevoorrechte ogenblikken in verrukking. Laat de dankzegging opborrelen uit het diepste van jezelf. De Vader heeft aan alle mensen gedacht die naar zijn beeld geschapen zijn, Hij heeft aan jou gedacht toen Hij de aarde en de zee schiep, de bomen en de bloemen en al de nuttige dieren voor jouw leven. Aan de mens heeft Hij de schepping toevertrouwd, om ze mooi te maken en lief te hebben. Jouw liefde voor bloemen en bomen getuigt van jouw liefde voor de oneindig vrijgevige Schepper.

18 maart
De Hemel is liefde, en alles is er liefde. De liefde die er heerst is onuitsprekelijk. De apostel Paulus heeft het geluk gehad dat hij werd "weggerukt naar de derde Hemel" (2Kor.12,1-3). Hij die zo goed de geestelijke werkelijkheden oproept, beschikt eenvoudigweg niet over woorden van de menselijke taal om te beschrijven wat hij daar gezien en gehoord heeft. Hij neemt zijn toevlucht tot de stilte.

Ik ben in het Paradijs. En ik ben op aarde bij jou zolang je leeft. Als je in Gods genade bent, ben ik gelukkig; als jij je ervan verwijdert, lijd ik. Je moest eens weten hoezeer ik van je houd!

19 maart
Je maakt deel uit van het Nieuwe Jeruzalem, gesticht door Jezus. Met zijn ledematen ben je gezonden om aan de mensen het Goede Nieuws te verkondigen. Houd van de Kerk en wees haar waardig. Ze is het lichaam van Christus. Je maakt er deel van uit. Neem deel aan de evangelisatie door het gebed, door het voorbeeld van jouw leven, door het woord als je een ziel ontmoet die lijdt; door de Heer jouw werk op te dragen, zoals Jozef te Nazareth.

20 maart
De Heer is in Zijn liefde veeleisend. Zijn Tien Geboden moeten gezien worden als een oefenschool om binnen te treden in het Rijk der Hemelen. Het Evangelie is een hele uitrusting om de wedloop, die het leven is, te winnen. De kroon zal het eeuwig leven zijn. Je zult er op God gelijken want Je zult Hem zien "zoals Hij is, van aanschijn tot Aanschijn" (vgl.1 Joh.3,2).

21 maart
Wat ben ik gelukkig jou te kunnen vergezellen naar de Mis, die telkens een deelname aan de Maaltijd des Heren is! Met jou ben ik in aanbidding bij deze aanhef van "de maaltijd van het Lam" (Apok.19,9), waaraan we samen in het hiernamaals zullen deelnemen. Blijf trouw aan deze gewoonte waardoor je zo dikwijls bij de bron en de top van het christelijk leven bent.

22 maart
Door het geloof neem je deel aan de eeuwige jeugd van het Rijk Gods. Het is de wereld rondom jou die oud is; alleen de christen kan de vrede en de vreugde van Christus, de uiterlijke tekenen van een jeugdig hart, doen uitstralen. De jeugd van het lichaam heeft weinig belang; dit sterfelijk lichaam zal verrijzen als een geestelijk lichaam. Laat je nooit overheersen door "het vlees als slaaf, 'verkocht' aan de zonde" (Rom.7,14). Jouw gedrag mag nooit het vergankelijke vlees dienen, maar de onvergankelijke geest.

23 maart
Blijf altijd in de genade en de goddelijke liefde; zo zal je gereinigd zijn van elke melaatse zondevlek. De opname in het hemels Jeruzalem zal je beloning zijn; je zult er voor altijd opgenomen zijn in het onuitsprekelijke Drie-ene geluk, in gezelschap van al de verlosten en de heilige engelen. Die beloning heeft geen gelijke maat met de inspanningen die je gedaan hebt voor jouw opgaan naar het Heilige Sion.

24 maart
Je heb de gaven van de Heilige Geest ontvangen. Hij is de Leermeester van jouw geloof, de Bewerker van het "wonder" dat je bent in de ogen van de Vader (vgl.Ps.139,14). Hij doet jou het leven van de verrezen Christus leiden. Hij verlangt er zeer naar, om je in alle omstandigheden Jezus Christus te zien verkondigen door jouw voorbeeldig leven in woord en daad.

25 maart
Vandaag vergezel ik je naar de Eucharistie, met een van liefde brandend hart en overvloeiend van vreugde, om het beslissend uur te vieren van de mensheid, waarop een jong Meisje "ja" gezegd heeft tot de aartsengel Gabriël, de gezant van God. Zonder te twijfelen aan het antwoord heeft de engel Maria begroet met een luisterrijk "verheug u!" (Lc.1,30). Het is met dit helder woord waar het Nieuwe, Eeuwige Verbond begint. Dit "verheug u" is de Aankondiging van het messiaans Tijdperk. Vereer de Moeder van Christus en van de Kerk, de nieuwe Eva, die ook jouw Moeder is. Ik ben er zeer gelukkig om. Wanneer je van aanschijn tot aanschijn de Onbevlekte Ontvangenis zult aanschouwen, zal je zien hoe gering jouw liefde voor Haar op aarde bleef. Als alle leerlingen dat zouden weten, dan zouden ze het mariaal hart hebben van Louis-Marie Grignion de Montfort. Herlees en overweeg zijn klein meesterwerk: "De ware godsvrucht tot de Heilige Maagd". Je zult je liefde voor Haar, die Gods Zoon ter wereld bracht, verdubbelen; "opdat Deze de eerstgeborene zou zijn onder vele broeders" (Rom.8,29), waarvan jij deel uitmaakt.

26 maart
Houd van de Kerk zoals ze is. Christus ondersteunt haar onophoudelijk. Je aardse leven lang is ze jouw gemeenschap van geloof en liefde. God heeft haar gesierd met een veelheid van hemelse gaven. Onverdraagzaamheid past daar niet. En toch, hoeveel christenen, zelfs onder de herders, zijn onverdraagzaam jegens broeders in het geloof, omdat ze tot een christelijke familie behoren die ze afkeuren! Heeft Jezus niet gezegd: "In het Huis van Mijn Vader zijn vele woningen" (Joh.14,2)? Mogen de christenen en hun herders de verschillende geestelijke gevoeligheden zich vrij laten uitdrukken, als ze maar trouw blijven aan de heilige leer! Wat jou betreft, blijf niet enkel verdraagzaam, maar wees hartelijk jegens broeders die een andere geestelijke woning hebben dan jij.

27 maart
Als je trouw bent aan de Eucharistie, dan ben je het nog niet voldoende aan het sacrament van boete en verzoening. Denk eraan dat elke zonde het mystiek Lichaam van Christus kwetst. Het sacrament van boete en verzoening wast er al de sporen van weg; het verzoent je met God en heiligt je. Door je veelvuldige Communie ben je "heilig en vlekkeloos voor God" geworden (vgl.Ef.1,4). Zoals jij je elke morgen en elke avond wast, zo dien jij je regelmatig door dit sacrament te reinigen om elk spoor van zonde te verwijderen. Want die kwetst de eer en de liefde van God.

28 maart
Je houdt nog niet genoeg van de arme verdwaalden. Vergeet niet, dat de waardigheid van elke menselijke persoon ligt in het geschapen zijn naar Gods beeld. Sommigen verloochenen dit, vaak onbewust. Daardoor verliezen ze hun roeping nog niet tot de goddelijke zaligheid. Wees barmhartig voor die verloren zonen (vgl.Lc.15,11-31). Volg de Vader na. Zo bereik je de volmaaktheid van de liefde.

29 maart
Je bent gerechtvaardigd door de genade van de Heilige Geest. Je bent een "rechtvaardige" geworden. Moge de Heilige Geest altijd je innerlijke Meester zijn. Zo zal je vruchten dragen voor de heiligheid; het resultaat is het eeuwig leven. Alles is eenvoudig in het Rijk Gods! Ik sta naast jou om je in alle vrijheid op weg te helpen naar de genade Gods, die wonderlijke en krachtige gave.

30 maart
"Wat moet ik doen om het eeuwig leven te bezitten?", vroeg de rijke jongeling aan Jezus. "Als ge het Leven wilt binnengaan, onderhoud de geboden" antwoordde de Heer (Mt.19,16-17). De Tien Geboden zijn een gave van de Hemel. Het gaat hier over de liefde tot God en de liefde tot de naaste (vgl.Mt.22,36-40). Je moet nog veel vorderingen maken in de toepassing van deze twee grootste goddelijke wetten. Ben jij je daar voldoende van bewust?

31 maart       
In de ogen van Jezus is de liefde van zijn leerlingen voor de armen zeer belangrijk. De armen met materiële noden en de armen van geest. Herlees de vervloekingen die de apostel Jacobus uitspreekt tegen de egoïstische rijken: "Gij die rijk zijt: weent en jammert om de rampen die over u komen. Uw rijkdom is verrot, uw mooie kleren zijn door motten aangetast, uw goud en zilver is verroest. De roest zal tegen u getuigen en als vuur uw vlees verteren" (Jak.5,1-3). Zie hoe lieflijk en bewonderend Jezus kijkt naar de arme weduwe die twee geldstukjes wierp in de offerkist tegenover hem, terwijl hij naging hoe de menigte er geld in wierp (vgl.Mc.12,41-44). Zo kijkt God naar jou. Jouw goederen niet delen met de armen is hen bestelen. Jouw overvloed behoort hen toe. Jezus vraagt, hun meer te geven dan wat je over houdt. Geef de geestelijk armen de rijkdom die je van het geloof ontvangt. Deel met hen de vreugde en de vrede die je vindt in het hart van Jezus.