BOODSCHAPPEN VAN 1 T/M 15 NOVEMBER

1 november

Vandaag is het Allerheiligen! Het feest van alle wezens aan wie God zijn unieke heiligheid heeft meegedeeld. Ook van allen, die hier beneden deze heiligheid weerspiegelen. Ze zijn talrijker dan je denkt. En het overige behoort aan het mysterie van Gods oneindige liefde en barmhartigheid. Gods werk is een luisterrijke voleinding, ondanks de vijandige krachten die zich hardnekkig tegen Hem verzetten. Vreugde vervult jouw hart, zoals ze vandaag bijzonder het mijne vervult. De Hemel leeft intens mee met de aarde, bevolkt met beelden van God, en de gelovigen van deze wereld beleven vurig hun behoren tot de goddelijke universele gemeenschap. Het is ons feest vandaag.

2 november

Eigenlijk zijn de doden niet dood, ze liggen in de schoot van het Leven. Of ze nu in de fase van zuivering zijn of reeds de eeuwige zaligheid genieten, ze zijn gelukkig: ofwel in de hoop God te zien van aangezicht tot Aangezicht, ofwel in een heerlijkheid die door geen woorden noch met het menselijk verstand gevat kan worden. Deze dag mag niet in rouw gevierd worden, maar in blijdschap. Wat een geluk is het christelijk geloof in het aanschijn van de dood. Verheug je met de man en de vrouw die je het licht gaven, met alle geliefde wezens en kennissen die de drempel uit het aardse leven hebben overschreden, met alle zielen die "met de heerlijke kroon" getooid zijn (Wijsh.5,16). Hun geluk is bovenmate groot in vergelijking met wat ze op aarde kennen. Ook jij zal getooid worden met die prachtige koningskroon. De datum staat reeds op de kalender aangeduid. God alleen kent hem.

3 november

Je ziel is een "hof van de Koning". De Heer, Koning der koningen, komt er rusten, wanneer volmaakte akkoorden van liefde tot Hem opstijgen. Maak de hof mooi, versier hem met de mooiste bloemen om het Hart van je Koning te verblijden. Troost Hem bij de droefheid omdat Hij zoveel verwoeste tuinen aantreft waar Hij vroeger heerlijke momenten heeft doorgebracht. Moge het binnenste van jezelf altijd gereed zijn als een wondervolle tuin voor de Koning. De Heer nodigt je over jezelf uit te roepen: "Ik dank U voor het wonder van mijn leven!" (Ps.139,14). Je bent het door genade, en door jouw taak de Koning der koningen een tuin aan te bieden om er te komen rusten.

4 november

In de Eucharistie ontvang je het hemels Manna; "de Engelenspijs... die alle smaak in zich bevat" (Wijsh.16, 20). Zoals het volk in de woestijn er zijn overleving aan dankte, zo geeft "het brood van God", uit de hemel neergedaald, het leven aan de hele wereld en niet enkel aan het uitverkoren volk (Joh.32,33). De Eucharistie is voor jou even noodzakelijk als voor Israël het manna in de woestijn, op zijn weg naar het beloofde Land. Dit "geestelijk Voedsel" (1 Kor.10,3) is de waarborg van het eeuwig leven.

5 november

Zegen altijd, vervloek nooit. Weet je ooit of een vervloeking gerechtvaardigd is? Alleen God doorschouwt hart en nieren. Laat hen, die van de wereld zijn, vervloeken. Hun onverantwoorde verwensing is vruchteloos, ze zal vluchten als een mus. "Zij mogen verwensen, als U maar zegent" (Ps.109). En Jezus dringt aan: "Zegen hen die u vervloeken" (Lc.6,28).

6 november

Het menselijk leven speelt zich af in de tijd die aan ieder gegeven is om tot rijpheid te komen. "Alles heeft zijn uur, alle dingen onder de hemel hebben hun tijd. Er is een tijd om te baren en een tijd om te sterven" (Pred.3,1-2). Je bent dichter bij de dood dan bij je geboorte. Je bent altijd in de tijd van rijping. Je bereikt de leeftijd van de wijsheid. Die komt tot stand in de versnelling van het rijpen. Zegen onophoudelijk de Heer die je bevrijdt, Hij is het Schild dat jou beschermt. Hij zal je door Zijn licht naar de waarheid leiden. Hij zal je in Zijn Huis binnenleiden. Hij zal je de ware maat van jouw dagen leren kennen. Hij zal je 's morgens met Zijn liefde verzadigen en de dagen in vreugde laten doorbrengen. Dat is het loon hier op aarde voor hem die God trouw blijft.

7 november

Leer de tijd kennen waarin je leeft. Het is een tijd van technische en morele omwenteling. Het is nodig, dat profeten in deze tijd hun stem laten horen. Sluit je niet op in een kleine kring van getrouwen. Tracht het Evangelie tot leven te brengen in de wijde open vlakte. De omwentelingen van deze tijd kunnen de waarden van het Evangelie alleen maar onderuithalen door afwezigheid van christenen. Vrees niet vooruit te gaan naar het oog van de cycloon, onder de bescherming van de goddelijke genade. Roep naar de vier windstreken het Goede Nieuws van Jezus Christus uit. Je bent niet alleen, ik vergezel je in de stormen, zoals ik over jou waak in de vredige stilte waar je gewoonlijk verblijft.

8 november

Het is op momenten van onverschilligheid voor de evangelische Boodschap, dat een christen zijn mislukkingen oproept en versnelt. Verwijder uit je hart die gevaarlijke ogenblikken. Leg elke dag je oor te luisteren naar het Woord van het Leven dat je vrede biedt. Leer de gunstige tijden te zien van het bezoek van de hemelse Vader, Die met Christus bij je verblijf komt houden. Je bent te klein om dit wondervol voorrecht naar zijn juiste waarde te kunnen schatten. Beleef tenminste volledig het voorrecht, kind van God te zijn. Bereid Hem een verblijfplaats die Hem bevalt.

9 november

Je rekent op de vriendschap van de Heer. Weet, dat ook Hij op die van jou rekent. Zoals jij zelf dorst naar liefde, en verlangt begrepen te worden, zo rekent Jezus ook op Zijn vrienden bij wie Hij Zijn onmetelijke dorst kan lessen, volgelingen die Hem aanbidden, Hem eren, liefhebben en gehoorzamen in vrijheid, Die alleen aan aanbidding en gehoorzaamheid waarde geeft.

10 november

Door zware zonden te bedrijven verloochen je Jezus, de Zoon van God. De vroegere verloocheningen zijn vergeven, hoe zwaar ze ook waren. Wat is er met Petrus gebeurd? Na te Cesarea van Philippus het goddelijk Zoonschap erkend te hebben met de woorden: "Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God" (Mt.16,16), en na bij de Gedaanteverandering een stem uit een lichtende wolk gehoord te hebben: "Dit is Mijn Zoon, de Welbeminde in Wie Ik Mijn behagen heb gesteld, luistert naar Hem" (Mt.17,5), verloochent Petrus Jezus driemaal, terwijl deze overgeleverd was aan het Sanhedrin dat Hem ter dood ging veroordelen. "Ik ken die mens niet" zegt Petrus (Mt.16,72), hij die Jezus kort tevoren aan het hoofd heeft geplaatst van de Kerk: "Gij zijt Petrus; en op deze steenrots zal Ik Mijn Kerk bouwen... Ik zal u de sleutels geven van het Rijk der Hemelen" (Mt.16,18-19). Is er een grotere fout denkbaar dan de verloochening van Petrus? En toch heeft Jezus hem vergeven. Het is waar, na zijn drievoudige verloochening: "ging Petrus naar buiten en begon bitter te wenen" (Mt.26,75).

De vergeving van God wist elke fout, zelfs de grootste. Het volstaat dat het de zondaar bitter spijt. Het wonder van het Evangelie is dat het na de val, elke rouwmoedige zondaar herstelt in zijn nieuwe menselijke waardigheid! Kom niet terug op de betreurde en gebiechte zonden; de herinnering ervan is weggenomen uit Gods Hart. Denk aan de houding van Jezus tegenover Petrus bij diens bittere tranen. Gods barmhartigheid is oneindig.

11 november

Wees elke dag opnieuw bescheiden. Reken je vooral niet onder de "wijzen", de "verstandigen" van deze wereld; hun naam is niet "opgetekend in de Hemel" (Lc.10,20-22). Alleen in de school van Jezus leert men klein te worden zoals Hij: "zachtmoedig en nederig van hart" (Mt.11,29). Men is het nooit genoeg. Jouw groei in zachtmoedigheid en nederigheid is mijn geluk bij jou.

12 november

Er zijn wezens die zich geheel toeleggen op het kwaad. Denk aan de haat van Herodias voor Johannes de Doper. Ze verkrijgt van Herodes Antipas de gevangenneming van de voorloper van Jezus, en daarna zijn executie. Johannes had haar schandalige verbintenis met de koning publiekelijk aangeklaagd. Haar intriges zullen de ongenade van Herodes Antipas meebrengen, en zijn verbanning die ze moest delen. Het kwaad, door die wezens aangericht, brengt altijd hun eigen val mee. "Zij, die het kwade deden, zullen eruit tevoorschijn komen om veroordeeld te worden" (Joh.5,29). Mocht je één van die wezens ontmoeten, wijs ze terecht met zachtheid en vastberadenheid.

13 november

"Ieder mens moet vlug zijn om te luistenen, maar langzaam om te spreken; langzaam ook om toornig te worden" (Jak.1,19). Dat is een dwingende raad die je in het brons van je geloof kunt graveren. Wat ben je nog ver van die evangelische wijsheid!

14 november

Wat is het moeilijk voor een christen om het oneindig groot geluk te waarderen dat hij door zijn geloof in Jezus heeft ontvangen. Ben je zelf in staat dat geluk te beseffen en te doorgronden? Om tot Jezus te komen werd je aangetrokken door de Vader in de Hemel (Joh.6,44). Zo leef je in het Hart van de hemelse Vader. Je bent door Hem aan Jezus toevertrouwd, en je voedt je met het "levende Brood" (Joh.6,35). Je wordt beloond: "Dit is de Wil van Mijn Vader, dat ieder die de Zoon ziet en in Hem gelooft, eeuwig leven bezit" (Joh.6,40). Dat geluk wordt je gegeven voor de eeuwigheid, omdat je "uitverkoren" bent. "Niet gij hebt Mij uitgekozen, maar Ik u" (Joh.15,16). En deze goddelijke uitverkiezing brengt een dubbele taak mee: "Ik heb u de taak gegeven eropuit te gaan en vruchten voort te brengen, die blijvend zijn. Dan zal de Vader u geven al wat gij Hem in Mijn Naam vraagt". Deze woorden van Jezus bij het Laatste Avondmaal aan Zijn leerlingen, richt Hij tot al zijn volgelingen, de eeuwen door. Het volstaat Hem lief te hebben en zijn geboden te onderhouden.

15 november

De Heilige Geest woont in je. Jouw lichaam is Zijn Tempel. In jou laat Zijn stem zich horen, die je naar het goede leidt en afwendt van het kwaad. Dat is het geweten door God ingegeven.

Help de mensen met een dwalend moreel geweten opdat dit wordt verhelderd door het licht dat nooit bedriegt, dat van het Woord Gods. Gelukkig de mens die een goed geweten heeft, gevormd door het verstand in het licht van de goddelijke Wet! Deel deze schat met hen, die er van verstoken zijn.