BOODSCHAPPEN VAN 16 T/M 30 NOVEMBER
16 november
Overweeg de verschijning van de Heer aan Abraham, op het warmste uur van de dag, nabij de eik van Mambre (Gen.18,1-15). Abraham ziet drie mannen, loopt naar hen toe en spreekt ze aan in het enkelvoud: "Wees zo welwillend, Heer, uw dienaar niet voorbij te gaan" (Gen.18,3). Mediteer over de schepping der wereld zoals ze verhaald wordt in Genesis (Gen.1,1-31). "In het begin schiep God de hemel en de aarde... de Geest van God zweefde over de wateren" (Gen.1,1-2). Op het moment dat God de mens schept naar Zijn beeld, zegt Hij: "Nu gaan We de mens maken, als beeld van Ons, op Ons gelijkend" (Gen.1,26). God spreekt in het meervoud. En hij schiep man en vrouw. Bij de schepping van de wereld die de Bijbel op de eerste bladzijde verhaalt, en in de passage van de drie mannen bij de eik van Mambre, is het de Drie-ene God die Zich openbaart. De mens is geschapen naar Zijn "beeld". Omdat God liefde is, is het de kiem van de liefde die in de mens is gelegd. Aan hem om die te doen groeien door zijn vrijheid zelf liefde te laten worden of dit te weigeren. De mens is geschapen naar Gods "gelijkenis", hij is man en vrouw met het voorrecht, samen met God, andere goddelijke beelden te kunnen scheppen. De Drie-ene God vormt een "familie". De mens, geschapen naar Zijn gelijkenis sticht een familie als hij het verlangt.
17 november
Toen Jezus een berg afdaalde, naderde Hem een melaatse, roepend: "Als Gij wilt, Heer, kunt Gij mij reinigen". Volg hem na, telkens als er melaatse vlekken op je ziel verschijnen. Als er in je hart berouw aanwezig is, zal Jezus zeker antwoorden: "Ik wil, word rein" (Mt.8,1-3). De zonde laat op de ziel een melaatse vlek achter. Laat je ziel door die vervloekte vlekken niet onrein worden. Telkens als ze bevlekt is, al was het maar door een lichte vlek, ga dan aan de Kerk het wondervol sacrament van de verzoening vragen, dat van de vergeving. Het zal je zo licht maken zoals de vogel die door de wind gedragen wordt, vol vreugde.
18 november
Volbreng getrouw de Wil van de Heer. De Schrift en jouw geweten, gevormd door de Heilige Geest die in je woont, zullen je altijd leiden volgens de goddelijke Wil. Houd helemaal geen rekening met de reactie van de mensen. Jezus zelf heeft dat gekend. Bij het huis van de overste die Hem kwam smeken zijn dochter te genezen, zei Jezus tot de menigte: "Gaat heen, want het meisje is niet gestorven maar slaapt. Doch ze lachten Hem uit" (Mt.9,24-25). Jezus liet de menigte naar buiten gaan en deed de dode opstaan. Doe evenzo de werken van God, maar niet die van jou, zelfs als ze God zijn toegewijd.
19 november
Zing over de verheven goedheid van God, zoals de profeet Micha: "Wie is God als U, die de schuld vergeeft en die voorbijgaat aan de zonde..., die zijn toorn niet altijd laat duren maar zijn vreugde vindt in goedheid" (Mich.7,18). Hij werpt de zonden in de diepte van de zee. Ze zullen nooit opstijgen uit haar diepte; ze zijn verzwolgen, uitgevaagd, vergeten. Dat wil het zeggen: de Heer gaat voorbij aan de zonde, vol tederheid en medelijden. Hij is welwillend en barmhartig (Ps.145). Hoe zou men de Heer niet van ganser harte liefhebben, en voor Hem en in Hem leven, dag en nacht!
20 november
Over heel de wereld zijn de vervolgde christenen ontelbaar, het wordt hen belet hun geloof in het openbaar te beleven. Gedenk hen elke dag in uw gebed. Breng offers voor hun intentie. Hun lijden zal verminderen door de genade, die krachtig vloeit door het Lichaam van Christus, de gemeenschap der heiligen.
21 november
Het is slechts door de innerlijke blik dat je Jezus kunt begrijpen, dat je in Hem de Zoon van God ziet, door de menselijke gestalte heen, die Hij in de maagdelijke schoot van Maria heeft aangenomen. Een groep Joden ergerden zich over Jezus' getuigenis: "Ik ben het Brood dat uit de Hemel is neergedaald" (Joh.6,41). Die Galileërs zeiden dan onder elkaar: "Is dit niet de zoon van Jozef, en kennen wij zijn vader en moeder niet? Hoe kan hij dan zeggen: Ik ben uit de Hemel neergedaald?" (Joh.6,42). De apostelen en de discipelen namen deze woorden letterlijk op. Ze richtten hun innerlijke geloofsblik op Jezus. Jij, die deel uitmaakt van zijn volgelingen, moet nooit nalaten hetzelfde te doen. Vooral wanneer je Zijn Vlees eet, moet jij je aan de Heer toewijden zoals Maria het deed in de tempel. Dat vervult telkens met vreugde.
22 november
De apostel Paulus nodigt je uit, in de wedloop van het leven zo te lopen dat je hem wint (Kor.9, 24-27). Het geloof geeft je vleugels, de liefde is er de sterke motor van. Zo uitgerust, zal je altijd winnen. De engelen zullen je kronen met lauweren. Onder hen ben ik, jouw gezel voor de eeuwigheid.
23 november
Je bent in de wijngaard aangeworven met de werkers van de morgen. Je kent het loon dat de meester van het domein je 's avonds zal toekennen. Verheug je te zien dat zij, die de Heer 's middags heeft aangeworven, hetzelfde loon ontvangen als jij. Dat is de wet van het Koninkrijk. Ze rekent niet zoals de wet van deze wereld. Gods rechtvaardigheid wordt niet door het belang beheerst, maar door tederheid en mededogen. Ja, verheug je nu reeds tot het Rijk der Hemelen te behoren. Al haar wetten zijn door de liefde ingegeven.
24 november
Veel christenen begrijpen de zin niet van volgende sterke woorden van Jezus, die echter "Vredevorst" is (Jes.9,5): "Denkt niet, dat Ik vrede ben komen brengen op aarde; Ik ben geen vrede komen brengen maar het zwaard. Tweedracht ben Ik komen brengen tussen een man en zijn vader, tussen dochter en moeder..." (Mt.10,34-35).
"De Heer doorgrondt hart en nieren" (Ps.7,10). Als Hij er liefde vindt, trekt Hij hen tot zich; Hij is ontwapend als Hij er wrok, afgunst of wrevel vindt. Dan is Hij verplicht het zwaard van de Geest te nemen. Heeft Hij niet gezegd: "Wee de mens door wiens toedoen ergernissen komen" (Lc.17, 1) ? Wrok, afgunst en wrevel kunnen de val van zwakken en kleinen uitlokken. Toch hebben ze een toevlucht: het Woord Gods is "het zwaard van de Geest" (Ef.6,17).
25 november
Het geloof van de honderdman van het Romeinse leger is bewonderenswaardig (Lc.7,1-10). Laat het jou inspireren. Het komt van iemand wiens leven uitstraalt door zijn houding tegenover dienaars en ondergeschikten. Hij, de heiden, heeft voor de Joden een gebedsplaats gebouwd. Jezus is geraakt door dit voorbeeld en Hij waardeert vooral het geloof van de honderdman. Een liefdevol geloof in de Heer is de onfeilbare weg om van Hem te verkrijgen dat Hij een gebed verhoort. Als je voldoening krijgt, vergeet dan nooit dank te zeggen. Als je geloof onwankelbaar is, doe je er goed aan al dankend te vragen.
26 november
Elke gemeenschap, zelfs een christelijke, telt leden die geneigd zijn de anderen te overheersen. Die geest wordt ingegeven door de wereld. Onder de discipelen zou het zo niet mogen zijn: "Wie de kleinste is onder u allen, die is de grootste" (Lc.9,48). Als een broeder ingaat tegen deze levensregel, dient men hem broederlijk te vermanen. Jezus vraagt dat (Lc.17,3). Het is meestal door gebrek aan kennis van de Schrift dat de discipelen de weg verlaten die de Heer helder heeft aangeduid.
27 november
Het volk van Israël heeft er veertig jaar over gedaan om de woestijn te doorkruisen; het werd evenwel geleid door een onvergelijkelijke herder. Veertig jaar is er voor een mensenleven nodig om het einddoel in zicht te krijgen; men moet dan de opmars voortzetten en er zich aan houden, want het doel ontsluiert de richting van het benaderen. Echter, hoe groter jouw navolging van Jezus is, des te vlugger de aankomst en hoe gelukkiger het naderbij komen. Eigenlijk eindigt de opmars nooit, hij duurt een leven lang.
28 november
Op het einde van de drie jaar die Hij met zijn discipelen doorbracht, had Jezus hun nog veel te openbaren. Hij heeft het niet gedaan, omdat ze het toen niet konden verdragen (Joh.16,12). Wat moet Hij eronder geleden hebben, hen nog zo zwak te zien! De onthulling van de hele waarheid wordt het werk van de Heilige Geest. Hij doet het nu nog verder. Het leven in het Rijk is zo mooi, maar ook zo veeleisend, dat de Heer, de God van goedheid, barmhartigheid en mededogen, de openbaringen aanpast aan de kracht van de discipelen om ze aan te nemen en te integreren in hun leven. Tegen elk mens zegt Jezus: "Nog veel heb Ik u te zeggen." Blijf ook jij luisteren.
29 november
"De engel Gods brengt een versterking aan, om elk die God vreest te beschermen. Proeft en merkt op hoe mild de Heer is, gelukkig de mens die zijn heil zoekt bij Hem!" Beleef vandaag intens deze twee verzen van psalm 34,8-9. Die engel ben ik, die jou als je schaduw volg.
30 november
Andreas, die we vandaag vieren, was een van de twee die de Heer het eerst gevolgd waren. Hij bracht zijn broer Simon Petrus bij Jezus. Wacht op de Heer in tegenwind die je gevaarlijk heen en weer slingert. Roep Hem als Hij, naar jouw mening, blijft wachten. En je zal vernemen: "Houd moed, vrees niet, Ik ben het!" Stel Hem dan niet de vraag zoals Petrus in de storm deed, uit vrees in de golven te zinken door gebrek aan geloof: "Als Gij het zijt, zeg mij dan dat ik over het water naar U toe moet komen". (Mt.14,28). Jouw geloof is nog niet het geloof dat bergen verplaatst (Mt.17,20). Wees nederig als jouw geloof faalt. Maar weet: het geloof ontplooit zich verder als een plant die tot volle bloei komt. Het is aan jou om er met Gods genade aan te werken!